Gedragsverandering volgt een voorspelbaar patroon van zes fasen: precontemplatie, contemplatie, preparatie, actie, onderhoud en soms terugval. Deze fasen helpen je begrijpen waarom verandering tijd kost en waarom sommige pogingen mislukken. Door te herkennen in welke fase je zit, kun je gerichte stappen nemen die passen bij waar je nu staat in je veranderingsproces.
Waarom voelt gedragsverandering zo moeilijk?
Laat me eerlijk zijn: als je hier bent, voel je waarschijnlijk die frustratie die ik zo goed ken. Je weet wat je wilt veranderen, maar het lukt gewoon niet. Of het gaat een tijdje goed, en dan val je toch weer terug in oude patronen. Dat gevoel van “waarom lukt dit nou niet?” is zo herkenbaar.
Het probleem is niet dat je te weinig wilskracht hebt of dat je het niet echt wilt. Het probleem is dat gedragsverandering een proces is dat verschillende fasen doorloopt, en de meeste mensen proberen meteen naar de actie te springen zonder de eerdere fasen te doorlopen.
Ons brein is geprogrammeerd om energie te besparen en patronen te herhalen. Wat je nu doet, voelt veilig en bekend, ook al weet je dat het niet optimaal is. Verandering vraagt van je brein om nieuwe verbindingen te maken en oude te verbreken. Dat kost energie en tijd.
De zes fasen van gedragsverandering zijn: precontemplatie (nog geen bewustzijn), contemplatie (twijfel en afwegen), preparatie (plannen maken), actie (daadwerkelijk veranderen), onderhoud (nieuwe gedrag volhouden) en soms terugval (terug naar oude patronen).
Wat gebeurt er in de eerste fase van gedragsverandering?
In de precontemplatiefase ben je je nog niet bewust van de noodzaak om te veranderen. Je ziet het probleem niet, of je vindt dat anderen moeten veranderen, niet jij. Het is alsof je met een blinde vlek rondloopt.
Herken je dit? Je krijgt feedback van collega’s of je partner, maar je denkt: “Zij snappen het gewoon niet” of “Het ligt niet aan mij, maar aan de omstandigheden.” Misschien merk je wel dat dingen niet lopen zoals je wilt, maar je koppelt dat niet aan je eigen gedrag.
In organisaties zie je dit vaak bij medewerkers die zeggen: “We hebben altijd zo gewerkt, waarom zou dat nu ineens anders moeten?” Of bij leidinggevenden die denken dat hun team het probleem is, niet hun leiderschapsstijl.
Signalen dat je in deze fase zit:
- Je verdedigt je huidige gedrag als anderen er iets van zeggen
- Je zoekt externe oorzaken voor problemen
- Je voelt je niet verantwoordelijk voor de uitkomsten
- Verandering voelt als iets wat anderen van je verwachten
Hoe weet je dat je klaar bent om te veranderen?
De contemplatiefase is waar de echte innerlijke strijd begint. Je bent je nu bewust van het probleem, maar je twijfelt nog. Een deel van je wil veranderen, maar een ander deel houdt vast aan het bekende.
Dit is de fase waarin je jezelf hoort zeggen: “Ik zou eigenlijk moeten…” of “Misschien is het tijd om…” Je gaat voor- en nadelen afwegen. Je ziet wat verandering je kan opleveren, maar je ziet ook wat je moet opgeven.
De contemplatiefase kan lang duren. Soms jaren. En dat is oké. Je brein heeft tijd nodig om te wennen aan het idee van verandering. Forceren helpt niet, het creëert alleen maar meer weerstand.
Praktische tips om deze fase door te komen:
- Schrijf op wat je wint en verliest bij verandering
- Praat met mensen die een vergelijkbare verandering hebben doorgemaakt
- Stel jezelf de vraag: “Wat gebeurt er als ik niets verander?”
- Geef jezelf de tijd, maar zet wel een datum waarop je een beslissing neemt
Wat is de beste manier om je verandering voor te bereiden?
In de preparatiefase ga je van “ik zou moeten” naar “ik ga het doen”. Je maakt concrete plannen en bereidt je voor op actie. Dit is een cruciale fase die veel mensen overslaan, waardoor ze later falen.
Goede voorbereiding betekent niet alleen een plan maken, maar ook anticiperen op obstakels. Wanneer ga je het moeilijk krijgen? Wat ga je dan doen? Welke hulp heb je nodig?
Concrete stappen voor deze fase:
- Maak een specifiek plan met concrete stappen
- Identificeer je triggers en bedenk alternatieven
- Organiseer je omgeving zodat het nieuwe gedrag makkelijker wordt
- Vertel anderen over je plan, zodat je sociale steun hebt
- Start klein en bouw langzaam op
In organisaties betekent dit bijvoorbeeld: niet alleen beslissen dat teams meer moeten samenwerken, maar ook nieuwe werkprocessen ontwerpen, mensen trainen en systemen aanpassen die samenwerking ondersteunen.
Hoe zorg je ervoor dat je verandering blijft volhouden?
De actiefase is waar je daadwerkelijk je gedrag verandert. Je doet wat je van plan was. Dit voelt vaak als de belangrijkste fase, maar het is eigenlijk maar het begin.
Na de actiefase komt de onderhoudfase. Hier gaat het om het nieuwe gedrag volhouden en integreren in je dagelijkse leven. Dit is waar de meeste mensen falen, omdat ze denken dat de verandering af is na een paar weken actie.
Terugval is normaal en onderdeel van het proces. Het betekent niet dat je gefaald hebt, maar dat je brein terugvalt in oude patronen. Vooral in stressvolle situaties gebeurt dit snel.
Tips voor langdurig succes:
- Vier kleine overwinningen en erken je vooruitgang
- Bouw beloningsmomenten in je nieuwe routine
- Houd bij wat werkt en wat niet, en pas aan waar nodig
- Zoek mensen die je ondersteunen in je nieuwe gedrag
- Accepteer dat terugval kan gebeuren en maak een plan voor herstel
Onthoud: gedragsverandering is geen lineair proces. Je gaat soms heen en weer tussen fasen, en dat is volkomen normaal. Het gaat erom dat je begrijpt waar je staat en wat je nodig hebt om de volgende stap te zetten. Voor degenen die professionele ondersteuning zoeken bij dit proces, kunnen gedragsverandering trainingen waardevolle tools en inzichten bieden om succesvol door alle fasen heen te navigeren.